Aan onzen geachten Voorzitter indertijd mijn verlangen te kennen gegeven hebbende, om eens inzage te mogen nemen van de Rumices in het herbarium onzer Vereeniging voorhanden, werd mij spoedig daarop door den Conservator toegezonden: 1. Eene collectie Rumices afkomstig van het Rijksherbarium; 2. Eene verzameling Rumices uit het herbarium van Amsterdam; 3. De Rumices uit het herbarium van H. C. van Hall, thans het eigendom der Vereeniging, en 4. Die uit het stamherbarium onzer Vereeniging. Reeds bij het vluchtig doorbladeren dezer verzamelingen bemerkte ik tot mijn leedwezen, dat, in het algemeen, het geslacht Rumex daarin nog veel te wenschen overig laat. Immers tal van specimina waren hoogst onvolledig, sommigen bestonden slechts in een klein fragment van een bloeienden tak, dat natuurlijk niets karakteristieks voor de diagnose opleverde. Wortelbladeren ontbraken vrij algemeen, terwijl ik bij niet één de doorsnede van den wortelbladsteel vond, waarop ik indertijd gewezen heb, dat noodig is voor de zekere diagnose van enkele species.