In het begin van Augustus 1884 vond ik aan de helling van een wijnberg in de onmiddellijke nabijheid van Saarburg a/d Saar een monstreus exemplaar van Digitalis purpurea. Het geheel vertoonde zoo velerlei afwijkingen, dat het mij niet van belang ontbloot voorkomt, de voornaamste daarvan in ’t kort mede te deelen.