Vervolgens deelde de Heer J a n s e de uitkomsten van zijne onderzoekingen mede omtrent de protoplasmabeweging bij Caulerpa p r o 1 i f e r a, welke aan het Zoölogisch Station te Napels uitgevoerd werden. Achtereenvolgens werd besproken de protoplasmabeweging in de bladeren, in de rhizomen en in de rhizoïden, de verplaatsing der stroomen in de eerste ten gevolge van wonden, en het ontstaan der cellulosebalken in de rhizoïden. In de genoemde organen is het wandplasma, dat vooral in de bladeren en rhizoraen een zeer groot aantal zetmeelhoudende chlorophylkorrels bevat, volkomen in rust, en zijn de protoplasmastroomen tusschen de balken die van celwand tot celwand dwars door de organen loopen, uitgespannen. De balken zjjn alle met een meer of minder duidelijke laag plasma omgeven, en met deze laag staan de stroomen in verbinding. In de bladeren voeren deze een groot aantal chlorophylkorrels mede, die aan de stroomen eene donkergroene kleur verleenen, zoodat deze in de levende plant reeds met het bloote oog uiterst gemakkelijk te onderscheiden zijn. Daar de groene kleurstof slechts zeer langzaam in alcohol oplost, vertoonden planten die een vol jaar in deze vloeistof vertoefd hadden nog duidelijk de gefixeerde groene strepen, waarin vroeger de beweging plaats vond. Spreker vertoonde eenige dergelijke exemplaren.