Zoowel in Endlicher’s Genera Plantarum als in Bentham en Hooker’s werk van denzelfden naam vindt men een Indisch geslacht van de familie der Simarubaceae onder den naam van Samadera Gaertn. In het onlangs verschenen werk van Durand ¹), dat grootendeels als een Index op Bentham en Hooker beschouwd moet worden, wordt voor dit geslacht de naam Samandura L. opgegeven. Zulke afwijkingen van de nomenclatuur van Bentham en Hooker vindt men in den Index niet zelden. Durand heeft n.l. begrepen dat hij aan zijn werk eene grootere waarde zou geven, wanneer hij de geslachtsnamen van Bentham en Hooker niet geheel en al zonder kritiek overnam, maar ze toetste aan de beginselen der nomenclatuur en vooral aan het hoofdbeginsel der prioriteit. Sommige afwijkingen zijn veroorzaakt, doordat Durand bij de rangschikking zijner geslachten nieuwere monographiëen gevolgd heeft, die van later datum zijn dan Bentham en Hooker’s Genera, dat reeds voor zes en twintig jaar begon te verschijnen, maar er zijn er verscheidene, die niet steunen op eene verandering in de systematische rangschikking van geslachten of soorten, maar eenvoudig op een verkeerd gebruik van een naam. Zoo geeft hij bijv. een tiental nieuwe geslachtsnamen aan in gevallen, waarin één naam voor twee geslachten dienst deed en zeer dikwijls stelt hij een ouderen naam, die vergeten was, in de plaats van een jongeren, die algemeen bekend was. Meestal is hij daartoe volgens de regels der botanische nomenclatuur volkomen gerechtigd. Zoo vervangt hij ook den naam Samailera Gaertn. door Samandura L. en schijnbaar is ook dit zeer juist. Het tweede deel van Gaertner’s werk de Fructibus et seminibus Plantarum toch, waarin wij de beschrijving vinden, verscheen eerst in 1791, terwijl de naam Samandura reeds wordt aangetroffen in Linnaeus reeds in 1747 uitgegeven Flora Zeylanica. Wanneer wij echter de volgende werken van Linnaeus naslaan, vinden wij het geslacht Samandura nergens terug. Zou het dus door Linnaeus zelven vergeten zijn? Dat is bij zijn bekende nauwkeurigheid moeilijk te onderstellen. Zeker is dat het geval niet, maar de plaats in de Flora Zeylanica, waar het woord Samandura voorkomt, geeft ons de verklaring, waarom het in zijn volgende werken niet genoemd werd. De Flora van Ceylon werd grootendeels geschreven naar een Herbarium van dat eiland, door den Leidschen professor Paul Hermann gemaakt. De planten waren alle van bijschriften voorzien, deels inlandsche, deels Latijnsche namen bevattende. Die exemplaren, welke Linnaeus goed determineeren en beschrijven en vooral in zijn stelsel opnemen kon, ontvingen de beschrijvende soortsnamen, die toen in zijn systeem pasten. Aan de overige, welke hij dubiae, twijfelachtigen, noemde — en daaronder behoort ook Samandura — liet hij de namen, die hij bij Hermann gevonden had Een blik op deze maakt het duidelijk dat Linnaeus, die in zijn wetten der nomenclatuur alle barbaarsche namen verwierp als onwetenschappelijk, geen oogenblik’ heeft gemeend aan deze onvolledige exemplaren een wetenschappelijken naam te geven. Om dit te bewijzen laat ik ze hier volgen: 430. Highulhaenda folio myrti, 431. Kaluhaburunghos, 432. Nelughas, 433. Samandura, 434. Gaedawaka, 435. Mindela, 436. Hibiscoides, 437. Euonymoides, 438. Oxycoccocoides, 439, Waelmedya, 440. Murex, 441. Kobbae, 442. Panaghas, 443. Ju ghas. Zulke namen gaf Linnaeus nooit aan zijn geslachten. De planten waren dus volgens hem niet wetenschappelijk gedoopt en daarom vinden wij die namen in zijn latere werken niet terug. Of door latere onderzoekingen ook de overige planten herkend zijn, is mij onbekend, maar het zal zeker niemand invallen om thans den naam van het een of ander algemeen bekend geslacht te gaan vervangen door namen als Kaluhaburunghos, Highulhaenda of Oxycoccocoides, omdat Linnaeus ze in zijn Flora Zeylanica als dubiae heeft opgenoemd. Dat voor Linnaeus bovendien de Samandura met recht eene dubia was, blijkt hieruit dat hij als synoniem van deze eene plant aangeeft, die bij Rheede in zijn Hortus Malabaricus Vol. VI t. 21 onder den naam »Nagam” werd afgebeeld en tot eene geheel andere plantengroep behoort. Het is n.l. eene Sterculiacea Heritiera littoralis Ait.