1891
Eenige mededeelingen over Peloriën
Publication
Publication
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 2 , Volume 5 - Issue 1 p. 620- 624
Den 29 Augustus 1887 vond ik op een grasland behoorende tot een buiten te Baarn en aan de Eem gelegen een groot aantal planten van Linaria vnlgaris, waarvan de bloemen alle zonder uitzondering een afwijkenden bouw vertoonden. In tegenstelling met de gewone bloemen dezer plant bezaten zij namelijk drie sporen, waarvan de middelste altijd veel langer was dan de beide zijdelingsche. De zygomorphie zoowel als de overige eigenschappen van de bloem waren onveranderd (Fig. 3 en 4). Zij staan dus als het ware in tusschen de gewone zygomorphe bloemen en de bekende aktinomorphe peloria met vijf sporen en een bijna buisvormige kroon. De planten, die ik het eerst ontdekte, stonden tusschen een sloot en een soort van voetpad. Bij nader onderzoek bleek mij dat aan de andere zijde der sloot zich eveneens driesporige Linaria’s vertoonden, waarvan de bloemen echter constant, hoewel in ondergeschikte kenmerken, verschilden van de eersten. De verschillen zijn het best te bestudeeren aan de fig. 3 en 4. Het blijkt hierbij dat fig. 4 een grootere, breedere bloem met korter zijsporen en iets helderder kleuren voorstelt.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 2 | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging |
|
J.H. Wakker. (1891). Eenige mededeelingen over Peloriën. Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 2, 5(1), 620–624. |
|