Het is een sedert lang bekend feit, dat de parasieten een dikwijls zeer ingrijpenden invloed hebben op de ontwikkeling hunner voedsterplanten. In vele gevallen is deze invloed uitwendig merkbaar; in enkele anderen niet. Inwendig doet hij zich altijd gelden, hetzij alleen chemisch, hetzij zoowel chemisch als anatomisch. Ik heb mij tot heden, omdat ik alleen spiritus-materiaal onderzoeken kon, in hoofdzaak moeten bepalen tot het nagaan van het laatstgenoemde gedeelte. De invloed, welke de parasietische fungi op den anatomischen bouw van een aangetast plantendeel hebben, kan tweeerlei zijn: In de eerste plaats namelijk hebben wij te maken met hetgeen ik den directen invloed wensch te noemen. Hiertoe breng ik alle veranderingen in den normalen bouw, welke als de mechanische gevolgen moeten beschouwd worden van den groei en de ontwikkeling van den fungus. Als voorbeelden hiervan noem ik het verscheuren van de opperhuid door een oppervlakkige conidiën-vorming of het verdringen van cellen of gedeelten van weefsels door de ontwikkeling der sporenvruchten. In vele gevallen is ook de dood der cellen het directe gevolg van de aanwezigheid van de schimmel.