Voor dit overzicht had ik de beschikking over de gegevens uit het NSO-archief van 1969 t/m oktober 1981 (telling nr. 291). Bij het lezen hiervan moet gerealiseerd worden dat de aantallen duikeenden waarover gesproken wordt (1 vondst per 20 km.) zeer laag zijn in vergelijking met het totaal aantal dode vogels dat langs de kust wordt gevonden (ca. 2 per km.). Hierdoor krijg je door enkele vondsten van twee of drie beesten vlak na elkaar een aanzienlijke stijging in het kilometergemiddelde van de duikeenden.