Waar we hier in Nederland nog maar liever niet aan denken, is in Engeland al gebeurd. Het grootste deel (140 pp) van dit meer dan 200 paginas tellende rapport wordt ingenomen door het verslag van de stookolieslachtoffertellingen, georganiseerd door de RSPB over een periode van negen jaar (1971-79). Een klus die waarschijnlijk heel wat zweetdruppeltjes heeft gekost. De overige 60 bladzijden zijn gevuld met de resultaten van onderzoekingen naar de aantalsveranderingen van enkele zeevogelsoorten. Hoewel dit verslag zeer interessant en zeker ook relevant is met betrekking tot het olie-vraagstuk, wil ik deze bespreking beperken tot het gedeelte over de stookolieslachtoffertellingen.