Meer dan 34 000 dode en stervende zeevogels spoelden in februari 1983 aan op de Britse oostkust tussen Orkney en Kent. Hieronder waren 31 600 alkachtigen, voornamelijk Alken (18 020), maar ook grote aantallen Zeekoeten (10 140), Papegaaiduikers (1640) en Kleine Alken (1200). De hoogste dichtheden aan dode vogels werden aangetroffen tussen Lothian en Suffolk in het zuidoosten. Minder dan 15% van de lijken was uitwendig met olie besmeurd. De meeste van deze bevuilde vogels spoelden in ZO-Engeland aan. De gehele maand januari werd gekenmerkt door zwaar weer met harde tot stormachtige westelijke winden en depressies. Begin februari werd de beweging van een zware depressie van Zuid-Groenland gevolgd door harde tot stormachtige wind uit noordoostelijke richting. De aantallen dode alkachtigen begonnen vanaf 7 februari opvallend groot te worden. Een regressieanalyse van de gegevens van de Beached Bird Surveys in februari 1972-82 en de windgegevens voor januari en februari van 1972-83 werd gebruikt om een voorspelling te maken van de dichtheid kadavers op de kust in februari 1983. De berekende verwachte dichtheid was voor Alken en Zeekoeten 0.116 vogels per km, terwijl de gevonden dichtheid 10.114 bedroeg. Voor de Kleine Alk bedroegen deze waarden respectievelijk 0.014 en 0.298. De windgegevens alleen waren dus blijkbaar niet voldoende om de geconstateerde hoge sterfte te verklaren. Ook in Zweden, Nederland, West-Duitsland en Frankrijk werden meer dode zeevogels dan normaal gevonden. Hier waren het vooral alkachtigen maar ook Drieteenmeeuwen. Het aandeel met olie bevuilde slachtoffers lag aan onze kusten wel zeer hoog. Het mag onwaarschijnlijk geacht worden dat dit verschil in bevuilingspercentage tussen de Britse oostkust en de kust van het vasteland veroorzaakt werd door zgn. “post-mortale” (= na de dood is ingetreden) bevuiling. Toch lijkt een gemeenschappelijke achtergrond van beide sterftes in ongeveer hetzelfde gebied bij vrijwel dezelfde soorten wel voor de hand te liggen (cf. commentaar Underwood & Stowe in Seabird 7).