Ganzen in Drenthe in de winter van 1982/83 en van 1983/84

Vanaf de jaren zestig wordt in Drenthe meegewerkt aan (internationale) ganzentellingen, waarbij meestal alleen het Leekstermeergebied, de omgeving van het Zuidlaardermeer en de Dwingelose Heide werden geteld. Halverwege de jaren zeventig is gestart met tellingen die zoveel mogelijk de gehele provincie beslaan. Sedert 1975 beschikken we over een redelijk volledig beeld van de ganzenverspreiding en hun aantallen en verslaglegging hiervan heeft plaatsgevonen in ‘Vogels van Drenthe’. Na het verschijnen van dit boek zijn telresultaten neergelegd in ganzentelverslagen van 1980/81 en 1981/82. Met dit verslag wordt de reeks compleet tot en met 1983/84, Gegevens voor dit verslag zijn aangedragen door vogelaars die in hun omgeving op ganzen hebben gelet, waarbij speciale aandacht is besteed aan pleisteraars en slaapplaatsen. Systematische tellingen (één telling per 7 á 10 dagen) zijn uitgevoerd op de pleister- en slaapplaatsen van het Leekstermeergebied, Fochteloërveen-Esmeer, Dwingelose Heide, Wapser- en Doldersummerveld en in de omgeving van Exloo. Waarnemingen zijn vaak verzameld in het kader van het atlasproject voor winter- en trekvogels en de januari-tellingen van de WAD (elders in dit nummer). Aantekeningen uit dagboeken, notitieboekjes en archieven zijn ontvangen van: T. Bakker, J. van Berkel, L. Bot, M. Buruma, J.G. Colpa, J. Dekkema, A.J. van Dijk, A. Dijkstra, D. Haanstra, C. ten Haken, J.H. Hilbrands, B. Hoentjen, IVN Roden, J. Kleine, S. Miedema, J. Niezen, H.R. Nijmeijer, J. Oosterloo, B.L.J. van Os, J. Santing, H. Schipper, K. Schipper, H. van Schuppen, E. Soldaat, F.A. van Vemden, P. Venema, A. Vorenkamp, Vogelwerkgroep ‘De Koperwiek’, Vogelwacht ZO-Drenthe, ACJN-NJN Peirolee en de WAD.