In de negentiende eeuw, maar vooral ook in de twinstigste eeuw is de Kokmeeuw bijna overal in West-Europa in aantal toegenomen (Cramp & Simmens 1983). Deze toename wordt toegeachreven aan klimaatsverandering en het toegenomen voedselaanbod. In Drenthe is de toename als broedvogel vooral vastgesteld in de periode 1920-75. Nadien nam het aantal af van 22.800 paar in 1975 tot 12.000 paar in 1980 (Van Dijk & Van Os 1982). In 1983 werd opnieuw een broedvogeltelling van Kokmeeuwen in geheel Drenthe georganiseerd.