Een groot verschil in weersomstandigheden laat grote verschillen zien in aantallen watervogels. In januari 1984 was het weer zacht en was er veel open water. Januari 1986 daarentegen kenmerkte zich door barre kou en veel ijs. De meeste zwanen, zwemeenden, duikeenden, futen en de ralachtigen vonden het hier klaarblijkelijk niet leuk in 1986 want de aantallen waren aanmerkelijk lager. Andere soorten, met name ganzen vonden in Drenthe kennelijk een toevluchtsoord, want nog nooit waren de aantallen van enkele soorten zo hoog. De Rietgans in het bijzonder brak alle records.