De in ons land overwinterende Rietganzen behoren tot twee ondersoorten: de Toendrarietgans (A. f. rossicus) en de Taigarietgans (A. f. fabalis). Deze twee worden verder aangeduid als rossicus en fabalis. Dit onderscheid is van belang omdat rossicus en fabalis zowel getalsmatig als in biotoopkeus duidelijk van elkaar verschillen. Rossicus is de laatste jaren sterk toegenomen en het aantal in ons land overwinterende vogels bedraagt 50.000 – 75.000 in zachte winters tot maximaal 130.000 in strenge winters (SOVON 1987).