In 1985-86 werden de grotere bossen in Drenthe geïnventariseerd op de Wespendief als broedvogel. Een nieuwe methode werd toegepast, waarbij de onderzoeker vanaf een hoog punt (brandtoren of boom) de gedragingen van de Wespendief observeert. Deze methode vergemakkelijkt het vinden van nesten. In totaal werden 44 territoria vastgesteld (0.02 paar/100 ha en 0.18 paar/ 100 ha bos). Na een snelle groei is nu de dichtheid vrijwel gelijk aan die in andere Nederlandse (bos)gebieden. Van de vastgestelde territoria bevond zich 73% in bossen >250 ha. Van 34 paar werd het broedsucces vastgesteld. 70% van de paren bracht gemiddeld 2.0 jongen groot. Het percentage geslaagde broedgevallen wijkt niet af van dat in andere onderzochte gebieden, het aantal jongen is aan de hoge kant.