Evenals in de voorgaande jaren is ook in 1986 en 1987 in Drenthe onderzoek gedaan naar niet broedende steltlopers. Stonden in het verleden de Wulp en de Grutto al eens centraal (Van Dijk 1985a, b), in 1986-87 viel de Kemphaan die eer te beurt. De KemphaanteHingen in Drenthe zijn uitgevoerd als onderdeel van het landelijk project Kemphaanslaapplaatsen door de Nederlandse Steltloper Werkgroep (NSWG). Dit project beoogt na te gaan hoeveel Kemphanen ons land gebruiken als pleisterplaats gedurende de voor- en najaarstrek. Omdat de dieren de afstand tussen Afrikaanse winterkwartieren en de Noord- en Oosteuropese broedgebieden voor zover bekend grotendeels non-stop afleggen, met Nederland als enig tussenstation, is het pleisteren in ons land ook internationaal gezien van groot belang (Koopman 1986) .