In 1986 deed Van Dijk voor het eerst vogelwaarnemingen op het Doldersummer Veld, een schitterend natuurgebied in Zuidwest-Drenthe, nabij Vledder. Na zestien jaar verzamelen van vogelwaarnemingen heeft hij de beschikking over een reeks inventarisatiegegevens waarmee achteraf bepaald kan worden, welke de mogelijke oorzaken zijn van een ontwikkeling in de broedvogelstand in het betreffende gebied. In 1982 werd tevens de vegetatie in kaart gebracht. Mede hiervoor werd Van Dijk benaderd door de eigenaar van het terrein (St. Het Drents Landschap) om in een rapport de vogelgegevens en vegetatiekaart uit te werken en te interpreteren. In dit schitterend uitgevoerd rapport, wordt een beschrijving gegeven van het landschap, de vegetatie en de avifauna van het Doldersummer Veld en van de ontwikkelingen die zich in de afgelopen jaren in het gebied hebben voorgedaan. Getracht is een relatie te leggen tussen de ontwikkeling van de vegetatie en de avifauna. Gegevens van broedvogelinventarisaties uit de periode 1967-1982 en van de biotoopkeuze en milieu-eisen van broedvogels vormen de basis voor de beschrijving van de vogelstand en de bestandsontwikkeling. Minstens 98 soorten hebben één of meermalen op het Doldersummer Veld gebroed en het totaal aantal waargenomen soorten bedraagt 178. Op het Doldersummer Veld zijn van zeker 14 soorten winter- en trekvogels gezamenlijke slaapplaatsen bekend, waar per slaapplaats tot 2000 exemplaren zijn geteld. In het rapport zijn ook de waargenomen amfibieën, reptielen en zoogdieren opgenomen. Van Dijk geeft tenslotte een aantal aanbevelingen voor het handhaven en het in gunstige zin beïnvloeden van de vegetatie en avifauna.