Al vele jaren wordt in dit wijd en zijd bekende gebied gericht vogelonderzoek uitgevoerd. In het rapport wordt duidelijk aangegeven waar de diverse deelgebieden zijn gelegen en de locatie van de in de tekst genoemde namen. Het kaartwerk in het rapport van 1984 is beduidend minder van kwaliteit dan in 1985. De auteurs vonden dit zelf kennelijk ook. De methodebeschrijving is kort en duidelijk en in grote lijnen wordt bij de broedvogels de B.M.P.-methode aangehouden. Duidelijk wordt aangegeven welke soorten gemist of onderteld kunnen zijn. Hetzelfde geldt voor de niet-broedvogels, een belangrijk pluspunt omdat telmethodes van niet-broedvogels vaak worden vergeten.