Rapportbesprekingen

In het bekende stramien wordt een reeks van faunistische karteringen en waarnemingen voor het voetlicht gebracht. De hoge waterstand resulteerde in forse aantallen watervogels, waaronder 46 paren Geoorde Fuut maar geen duidelijk herstel van Wintertaling (zoals dat ook elders in drenthe uitbleef, een zorgwekkende ontwikkeling). Veel trends (over 1982-99) deden me verbaasd staan: afname Buizerds, gelijkblijvende Ransuilen, Zomertortels en Tapuiten, fenomenale aantallen Houtduiven, stijging Wielewalen? Andere trends lijken precies de ontwikkelingen elders te volgen. De soortteksten zijn helaas erg kort (grafiek, aantallen, doortrekkers; helaas ontbrak dit jaar de fenologie), waardoor lang niet altijd is te achterhalen wat er nu precies gaande is. Een trend sec zegt dan weinig. Met zo’n mooie reeks teljaren zou het interessant zijn eens iets meer aandacht te besteden aan analyses. Dat zou tegelijk een goede reden zijn de kartering van algemene vogels aan de wilgen te hangen; de aldus verkregen extra tijd kan worden benut voor diepergaand onderzoek en analyse. Want steekhoudende kartering van Houtduif, Merel, Goudhaan en Vink in zo’n waanzinnig groot telgebied is onmogelijk. Ondanks deze voorbehouden blijft het een indrukwekkende prestatie. De toevoeging van krantenberichten over het Dwingelderveld geeft het tijdsbeeld goed weer: telkens weer verbaas je je over het aplomb waarmee jan en alleman rechten aan het gebied denkt te kunnen ontlenen. Helaas vinden ze daarvoor steeds vaker een willig oor bij de beheerders: niet de planten en dieren, maar de mensen zijn cruciaal in het Nationale Park. Dus natte voeten, hè jakkiebah, dat kan niet!