De Werkgroep Avifauna Drenthe kan zich gelukkig prijzen met een lange traditie van wintertellingen. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw worden tellingen georganiseerd van niet-broedvogels in de provincie Drenthe. De aftrap hiervoor werd gegeven in januari 1976 toen vrijwel de gehele provincie werd geteld op roofvogels en watervogels. In de periode oktober 1976 tot juli 1978 werd vervolgens om de maand, dus niet alleen in januari, geteld. De resultaten van deze tellingen zijn gepubliceerd in Vogels van Drenthe (Van Dijk & Van Os 1982). Nadat in de periode erna de tellingen op beperkte schaal werden voortgezet, is vanaf 1983 besloten om specifieke wintervogeltellingen in de maand januari te organiseren. Er werd telkens geteld in een tiendaagse periode rond half januari, waardoor de wintertellingen goed aansloten bij de landelijke tellingen van watervogels, ganzen en zwanen. De aandacht ging vooral uit naar watervogels en roofvogels, aangevuld met soorten zoals Blauwe Reiger, Kievit, Klapekster, Zwarte Kraai, Bonte Kraai en Roek. Omdat de uitwerking van deze tellingen enorme inspanningen vergde is na een periode van ruim tien jaar door de WAD besloten om de opzet van de wintertelling wederom te veranderen. De vernieuwde tellingen moesten beter gestandaardiseerd en eenvoudiger te automatiseren zijn. De verandering ging in vanaf januari 1995. De belangrijkste veranderingen ten opzichte van de periode ervoor was dat er gedurende de hele maand januari geteld kon worden, dat alle soorten geteld moesten worden en dat er geteld ging worden per kwartblok, in plaats van atlasblok.