Een adressenlijst van Nederlandse libellenonderzoekers samen te stellen, waarop hun speciale interessegebieden vermeld staan. 2. Te streven naar het gezamenlijk ophouwen van een centrale verzameling van libellenmateriaal, alsmede van een centrale administratie van faunistische en bibliografische gegevens over de odonatenfauna van Nederland, Noord-West-Duitsland, België, Luxemburg en Noord-Oost-Frankrijk. Voor Nederland zal de verantwoordelijkheid hiervoor berusten bij Dr. D.C. GEIJSKES, Dr. B. KIAUTA en Dr. M.A. LIEFTINCK, voor Duitsland bij Dr. E. SCHMIDT, terwijl de Belgen, na overleg in België, hiervoor t.z.t. een commissie zullen benoemen. In afwezigheid van Franse en Luxemburgse odonatologen werd over het opzetten van dit werk in deze landen nog geen beslissing genomen. Copieën van het faunistische kaartsysteem zullen worden gedeponeerd in Leiden, Brussel en Kiel. 5. Twee contactvergaderingen per jaar te houden, waarvan één op de eerste zaterdag in maart, één op de derde zaterdag van november. De eerstvolgende bijeenkomst zal dus op 21 november 1970 plaatsvinden, wederom in het Genetisch Instituut te Utrecht. Convocaties en programma’s worden t.z.t. toegezonden. 4. Een lijst samen te stellen van Nederlandse wetenschappelijke instellingen, waar de mogelijkheid bestaat voor studenten om een doctoraal onderwerp op odonatologisch gebied te bewerken. Deze lijst vindt men verderop in deze brief. 5. In een niet te verre toekomst een internationaal odonatologisch symposium in Nederland te organiseren.