Eind juni 1988 ving ik een vrouwtje Onychogomphus forcipatus bij de Meinweg in de omgeving van de Rode Beek, 30 meter over de grens in Duitsland. Ze vloog snel en laag over een zandpad aldaar. De beschrijving van dit exemplaar is als volgt: opvallend slank, met een groen-gcle tekening op het achterlijf. De rest van het achterlijf, inclusief de segmenten 8 en 9 waren zwart. De segmenten 3 t/m 6 en 10 hadden een geel-groene tekening die iets meer dan de helft van de segmentlengte innam. Het vleugelkenmerk, genoemd in Duijm en Dutmer, Libellentabel, jeugdbondsuitgeverij (1985), te weten "in de achtervleugel ontspringen twee naar de vleugelrand lopende dwarsaders op de kromme A-L", was goed zichtbaar en het pterostigma was donkerbruin. Het borststuk was geel met zwarte tekening: de voorste zwarte streep breed en ingesnoerd, de tweede smaller.