Een aankondigend stukje over ODON staat al in dit blaadje, daarom hier enkel wat punten uit de discussie op de libellenstudiedag van 12 mei j.1. Ik vond het wel grappig om te zien hoe een privébedenksel als ODON als knuppel in het hoenderhok werkte! Wat er uitkoml zal de toekomst leren, mogelijkheden zijn er genoeg. Bijvoorbeeld een voorlopige verspreidingsatlas, als vervolg op de voorvoorlopige atlas in Geijskes en van Tol, en met gebruikmaking van bestaande archieven, formulieren enzovoort. Een echt atlasproject è la SOVON zou natuurlijk mooi zijn, maar lijkt slechts een fraai doel voor op de lange termijn. Maar ook zonder het werken aan atlassen zou er iets moeten komen waarin je, jaarlijks ofzo, je waarnemingen terugvindt. In kaartjesvorm of hoe dan ook. Zoiets lijkt de enige manier om mensen continu te prikkelen om waarnemingen door te geven. Met ODON hopen we een stapje in die richting te kunnen doen, maar we weten nog niet hoe. Een ander punt uit de discussie was "monitoring". Op de libellenstudiedag schetste ik hoe je, ideaal gezien, een hele reeks projecten, die een oplopende moeilijkheidsgraad en tijdsinvestering vergen, kunt starten. De vraag is natuurlijk hoe ver je van het ideale af wilt (of moet) blijven. Op die vraag heb ik geen duidelijk antwoord, veel zal afhangen van hoeveel menskracht er beschikbaar is. Wat we met ODON in ieder geval doen is; de tabel die allang klaar had moeten zijn afmaken, het eenvoudigste project (het Ischnura-project) een proefstart geven, misschien idem met twee andere projecten (het gemakkelijke soorten project en het losse waarnemingen project), en vervolgens afwachten. Wie weet wat er in het hoenderhok verder gebeurt