Dit rapport geeft een overzicht van een inventarisatie van de libellenfauna van een aantal van de Oisterwijkse vennen, uitgevoerd in 1992. Het jaar ervoor waren vier vennen onderzocht, tegen in 1992 negen vennen en een nabijgelegen beek, de Rosep. De meeste aandacht werd besteed aan volwassen libellen, daarnaast is er echter ook naar exuviae gezocht. Er werden in 1992 24 libellesoorten aangetroffen, waarvan Calopteryx splendens en Platycnemis penntipes vrijwel uitsluitend langs de Rosep werden waargenomen. Het maximum aantal soorten werd waargenomen in de tweede helft van juni. Vergeleken met 1991 begon de vliegtijd in 1992 eerder en was het aantal exuviae, op vaste punten verzameld, groter. De larven van Aeshna grandis, Aeshna cyanea en Anax imperator kunnen een pH van 3.5 verdragen. Drie soorten van oligotrofe zure wateren (Leucorrhinia rubicunda, L. dubia en Aeshna juncea) komen slechts sporadisch voor. Sympecma fusca, waarover Geijskes in De Leven Natuur in 1928 schreef, werd niet meer gevonden.