Veel Zwarte Zeeëenden Melanitta nigra voor de kust van Zuid-Holland in januari-februari 1987

In de meeste winters verblijven er voor de kust tussen Scheveningen en IJmuiden bijzonder weinig Zwarte Zeeëenden. Groepen van enkele honderden vogels worden lang niet ieder jaar opgemerkt en ook is de aanwezigheid van dergelijke groepen meestal van zeer korte duur. De opvallendste waarnemingen uit de jaren tachtig waren tot nu toe: 9 februari 1984, 1500 ter plaatse bij Scheveningen; 7 februari 1985, 1500 ter plaatse bij Noordwijk. De eerste maanden van 1987 lieten een heel ander beeld zien, In de laatste week van 1986 bleken er voor de kust bij Noordwijk enkele honderden Zwarte Zeeëenden te fourageren. Tegen het einde van januari was het aantal bij Noordwijk toegenomen tot ruim 1000. Op 24 januari trokken in één uur 2700 naar zuid; voor Zuid-Holland een ongewoon groot aantal. In februari nam het aantal toe tot enkele duizenden. Deze toename manisfesteerde zich niet in grote, compacte groepen, maar in het ontstaan van een vrij smal ”lint” van fouragerende eenden op 1½ tot 2 kilometer uit de kust. Vanaf een duin was bij goede lichtval te zien, dat deze zone samenviel met de strook zeewater een donkerder kleur krijgt omdat de diepte daar toeneemt.