Noorwegen is hard op weg de oliesjeik van Europa te worden. Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek in Oslo zullen de offshore-investeringen op het Noorse Continentale Plat in 1987 een recordbedrag van 30 miljard Noorse Kronen (ongeveer f 10 miljard) belopen (Algar 1987). Noorwegen en de Noren verkeren dan ook in een roes na enkele enorme olie- en gasvondsten en onder de bezielende leiding van de staat in de staat, het concern Statoil, staat alles in het teken van meer olie vinden. In dit licht bezien hoeft de geplande constructie van het monstereiland Troll (het grootste gasproductieplatform van de wereld, dat tot ver in de volgende eeuw zal moeten produceren: de gaskraan van Europa) geen verwondering te wekken (Van Kleef 1987). Zorgwekkend is het steeds maar verder oprukken naar het hoge noorden, het poolgebied. De uitgelaten stemming in Noorwegen toen eind deze zomer de berichten over een grote olievondst bij Hammerfest (Noord-Noorwegen) in de pers verschenen is illustratief: de meeste Noren denken nog slechts in termen van olie vinden en olie winnen. Wat of waar Hammerfest is (enorme zeevogelkolonies zijn in dit gebied te vinden) speelt daarbij geen rol van betekenis.