Als sinds de eerste prille jaren van de Club van Zeetrekwaarnemers hebben beide soorten pijlstormvogels, zowel Noordse als Grauwe, sterk tot de verbeelding gesproken van diegenen die zich met de trektellingen bezig hielden. Zowel het lichte air van ’zeldzaamheid’ dat deze soorten nog altijd over zich hebben als het zo sterk op zee gericht zijn van hun ecologie buiten het broedselzoen maken pijlstormvogels in sterkere mate dan welke andere in ons land voorkomende zeevogel ook tot een soort mysterie. Zelden worden ze dood op het strand aangetroffen en vrijwel nooit verdwaalt een exemplaar tot in het binnenland. Sterker, zelfs doorgewinterde zeetrektellers vermelden bij elke gelegenheid dat ze een pijlstormvogel meer zagen doen dan alleen op topsnelheid en vaak ook nog op grote afstand langsscheuren dit met enige nadruk in hun opschrijfboekjes en in hun onderlinge conversaties. Is het nu werkelijk zo, dat ons deel van de Noordzee voor pijlstormvogels uitsluitend geschikt is om zo snel mogelijk overheen te vliegen, of heeft dit water hun toch ook nog wat meer te bieden? Zeetrektellingen alleen zullen op deze vraag geen antwoord kunnen geven en zelfs met behulp van de nu binnenkomende gegevens van scheepshellingen lijkt het er niet op dat de mysteries rondom de beide pijlstormvogels spoedig ontrafeld zullen worden. Wel lijkt het ondergetekende interessant om nu, na enkele vergeefse pogingen in het verleden, eens na te gaan, wat er op dit moment aan zinvols uit het reeds verzamelde materiaal over pijlstormvogels te vertellen valt. Naast de standaard op zeetrekkaarten ingevulde systematische gegevens wordt het wenselijk geacht te kunnen beschikken over zo veel mogelijk waarnemingen over van het Nederlandse zeegebied gebruik maken door pijlstormvogels. Met name waarnemingen van fouragerende Noordse of Grauwe Pijlstormvogels, liefst voorzien van zo veel mogelijk details over plaats, tijdsduur van waarneming, c.q. fourageren, tijd van het jaar, weersomstandigheden en eventueel andere aanwezige zeevogelsoorten, zijn van harte welkom, zowel indien verricht vanaf een zeetrekpost langs de kust als indien op open zee verricht. Hopelijk zal één en ander te zijner tijd kunnen leiden tot een artikeltje in deze annalen, waarin het voorkomen van pijlstormvogels in onze wateren tegen de achtergrond van de ecologische betekenis van dit gebied geplaatst kan worden. Reacties gaarne naar: