Recent zijn in Britse vogelkringen onrustbarende berichten in de wereld gekomen over grote aantallen verdrinkende alkachtigen in vissersnetten voor de kust van Cornwall. Zo werd op 1 februari 1988, tegen het eind van een perriode van zuidwestelijke stormen, nabij St Ives op de Scillies gezien hoe twee vissersboten in vijf netten liefst 453 dode zeevogels binnen haalden. De meeste waren Alken, maar ook werden enkele Zeekoeten en twee Kuifaalscholvers herkend. Een zesde net met 83 vastzittende alkachtigen (deels nog levend) werd nog in het water achtergelaten. De nog levende vogels lokten door hun vleugelkleppen soortgenoten aan, die eveneens verstrengeld raakten. Een dag later werd in hetzelfde gebied een vissersboot gezien met het dek letterlijk bezaaid met dode alkachtigen. Veel van deze dode dieren bleken in plastic zakken overboord gezet te worden om één en ander niet al te duidelijk naar voren te laten komen. Dit verschijnsel is waarschijnlijk relatief frequent. Peter Ewins, Tim Birkhead en Ken Partridge, die namens de Seabird Group hierover berichtten in BTO News No. 156 van mei/juni 1988, vrezen dan ook dat genoemde waarnemingen slechts de top van een ijsberg zijn. In de Seabird Group Newsletter No. 51 van april dit jaar wordt van dezelfde incidenten melding gemaakt en hierbij wordt tevens vermeld dat de overheid de Seabird Group heeft benaderd met het verzoek zo veel mogelijk kwantitatieve gegevens over deze sterftes te verzamelen, teneinde goede en weloverwogen maatregelen te kunnen nemen om dit zo veel mogelijk te voorkomen.