Alweer een half jaar geleden verscheen bij Poyser een monografie over de jagers. Na de Jan van Gent en de Papegaaiduiker is dit de derde monografie van deze uitgever, die een zeevogel (familie) behandelt. ”The skuas” heeft ongeveer dezelfde opbouw als de beide andere zeevogel-monografieën en blinkt ook, net als deze, uit in zijn verzorgdheid. Deze monografie had eigenlijk niet door een betere jager-kenner geschreven kunnen worden dan door R.W.Furness. Van 1971 tot 1977 bracht de auteur zijn studiejaren door tussen de jagerkolonies van de Shetlands (vooral op Foula) en hij heeft hierover al vele belangrijke publicaties op zijn naam staan. Het grootste gedeelte van de in dit boek gepresenteerde gegevens is dan ook afkomstig van eigen onderzoek, wat tevens inhoudt dat de Grote en de Kleine Jager in het boek de meeste ruimte voor zich hebben opgeeist. De andere soorten jagers komen er vaak wat bekaaid af vanwege een schrijnend gebrek aan relevante onderzoeksgegevens (met name waar het lange-termijn onderzoek betreft). Zo is het ook gesteld met het leven van de jagers buiten het broedseizoen, waarover dan ook evenmin veel wordt vermeld. Een andere belangrijke periode in het leven van jagers (en andere vogels!) waar vrijwel geen aandacht aan wordt besteed is de rui. Hierover had toch stellig wel meer uit de literatuur kunnen worden samengevat. Een wonderlijke omissie! De wel behandelde onderwerpen in het boek eisen echter genoeg aandacht op. Naast de sandaardhoofdstukken over de verschillende fasen in het leven van een jager vinden we ook hoofdstukken over onderwerpen die typisch zijn voor deze familie, zoals polygamie en kleptoparasitisme. Specialistische thema’s als interacties tussen mens en jager, invloeden en optreden van giftige stoffen (vooral zware metalen) bij jagers en een theorie over de functie van de omgekeerde sexuele dimorfie bij deze groep (vrouwtjes groter dan mannetjes) krijgen elk hun eigen hoofdstuk, daar de auteur aan al deze onderwerpen zelf baanbrekend onderzoek heeft verricht. Door alle hoofdstukken heen loopt als rode draad het vraagstuk rond onderlinge verschillen en overeenkomsten in verwantschap binnen de (door Furness onderscheiden) twee jager-genera. Vooral waar dit in een evolutionair kader wordt geplaatst (wat meestal het geval is), wordt één en ander natuurlijk uiterst speculatief. De speculaties zijn echter zeer boeiend, daar ze worden ondersteund door originele en scherpe redeneringen. Het boek wordt afgesloten met een indrukwekkende literatuurlijst van ruim 350 titels, waarvan vele nog uit de vorige eeuw.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Sula | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Nederlandse Zeevogelgroep |
|
Guido O. Keijl, Maarten Platteeuw, & Leo Stegeman. (1988). Besprekingen. Sula, 2(2), 69–71. |
|