In deze bijdrage in de eerste monografie van de ”Spaanse Ornithologische Unie” wordt ingegaan op de aantallen en de verspreiding-van de in Spanje en Portugal overwinterende meeuwen en sterns. De verwerkte tellingen zijn de volgende: drie tellingen in Galicië (NW-Spanje), één onvolledige telling in Portugal, vijf tellingen in Catalonië en Valencia (oostkust), één op de Balearen en één integrale telling van geheel Iberië, exclusief de Balearen. Het totaal aantal overwinterende meeuwen en sterns wordt geschat op minstens 800.000 vogels, waarvan 400.000 aan de noordwest- en westkust (Golf van Biskaye en Atlantische Oceaan), 300.000 aan de mediterrane kust (1700 km) en zo’n 70.000 her en der in het binnenland. De grootste aantallen werden vastgesteld bij Rias Bajas in Galicië, bij de monding van de Taag en in de Ebrodelta (meer dan 70,000 vogels per plek). Niet verrassend blijkt de Kokmeeuw (410.000 exemplaren) de algemeenste soort te zijn, gevolgd door achtereenvolgens Geelpootmeeuw (180.000), Kleine Mantelmeeuw (115.000) en Zwartkopmeeuw (50.200). Kokmeeuwen werden iets meer langs de mediterrane kust dan langs de Atlantische kust geteld (respectievelijk 200.000 en 150.000), terwijl het in het birtnenland de enige soort was met aantallen van betekenis. Geelpootmeeuwen bleken daarentegen langs de Atlantische kust twee maal zo talrijk te zijn als langs de Middellandse Zee (120.000 tegen 60.000), terwijl van de 115.000 Kleine Mantelmeeuwen liefst 100.000 exemplaren op de Atlantische kust werden vastgesteld. De verrassende 50.200 Zwartkopmeeuwen werden vrijwel alleen langs de Middellandse Zeekust gezien. Er wordt vermoed dat hier tegenwoordig veel meer Zwartkopmeeuwen overwinteren dan in vroeger jaren, vermoedelijk als gevolg van de recente toename van de kolonies bij de Zwarte Zee.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Sula | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Nederlandse Zeevogelgroep |
|
onbekend. (1988). Besprekingen. Sula, 2(4), 148–150. |
|