Tussen 1969 en 1982 nam de Britse Zeekoetenpopulatie toe met ongeveer 5%, maar in veel gebieden is deze toename nu gestopt. Zo ook op Canna, een van de eilandjes in de ’Small Isles’ groep onder Skye (Inner Hebrides), waar sinds 1973 jaarlijks tellingen werden uitgevoerd. Bovendien werden hier tussen 1974 en 1985 12,454 jonge en 3277 adulte Zeekoeten geringd. Tussen 1977 en 1988 werden 4051 vogels op de kolonie teruggevangen. Aan de hand van deze terugvangsten kon de leeftijd worden bepaald waarop jonge Zeekoeten naar de kolonie terugkeren en wanneer ze voor het eerst tot broeden komen. Aanvullende informatie werd verkregen door jonge vogels te kleurringen. Tussen 1974 en 1983 groeide de kolonie, maar sinds 1983 zijn de aantallen min of meer gestabiliseerd. Het terugmeldingspercentage van adulte en onvolwassen vogels bleef in de perioden van groei en stabilisatie gelijk. Het bleek dat in de periode waarin de kolonie niet meer groeide significant minder jonge vogels terugkeerden. Daarnaast steeg het terugmeldingspercentage van eerstejaars vogels significant. Daar in vergelijking met gegevens uit andere kolonies het gewicht van de jongen bij het verlaten van de kolonie zeer hoog was, lijkt een voedseltekort nabij de kolonie onwaarschijnlijk. Uit de terugmeldingen van de eerstejaars dieren blijkt dat, in vergelijking met de eerste onderzoeksperiode, er sinds 1980 veranderingen zijn opgetreden wat betreft timing en doodsoorzaak: er zijn minder terugmeldingen tussen mei en augustus en meer in december-februari. Daarnaast was het aantal als ’geschoten’ teruggemelde Zeekoeien kleiner en kwamen er meer uit de Noordzee.