PELAGICUS is het éénmaal per jaar verschijnende periodiek van de Scandinavische Zeevogelgroep. Het vierde nummer bevat tal van artikelen die voldoende interessant zijn om hier te vermelden. Voor de volledigheid wordt zowel de originele titel als de Engelse vertaling gegeven. P.EJönsson 1989. Tobisgrisslan Cepphus grylle i Kattegatt – en stationar fagelart i ett krisdrabbat hav. [The Black Guillemot in the Kattegal – a resident seabird in a disturbed marine environment] Pelagicus 4:1-10. Distributie, populatie ontwikkelingen, doodsoorzaken, ringmeldingen en dieet van de Zwarte Zeekoet in het Kattegat. Recente schattingen van de populatie komen neer op 1100 broedparen. In Denemarken neemt de Zwarte Zeekoet als sinds de 20-er jaren toe, in Zweden worden afnames geconstateerd. Het broedsucces was over het algemeen goed, maar plaatselijk werd dit negatief door ontsnapte Minks beïnvloed. De voornaamste doodsoorzaak (ringmeldingen) was jacht in de jaren 60 en 70, terwijl verdrinking in netten en oliebesmeuring domineerden in de jaren 80. De belangrijkste prooivis in de broedtijd was Botervis Pholis gunellus (60-80% van alle aangebrachte prooien op het nest). Ringgegevens bevestigden de indruk dat de populatie uitermate plaatstrouw is. Juveniele vogels hadden nog de sterkste neiging tot dispersie.