’Handhaving van (internationale) regels ter voorkoming van de verontreiniging van de zee door middel van surveillance per vliegtuig’ Als ondertekenaar van het verdrag van Bonn voert Nederland inspectievluchten uit boven de Noordzee om vervuilingen door scheepvaart of offshore installaties op te sporen. Om het risico voor overtreders te vergroten wordt de surveillance dit jaar geïntensiveerd. Surveillance vanuit de lucht dient verschillende doelen: het ontdekken van overtredingen; het opsporen van (olie)vervuiling waarvoor bestrijding vereist is; het coördineren van bestrijdingsacties; preventie. Als er olie wordt ontdekt in het kielzog van een schip of bij een platform, dan wordt een officieel rapport opgemaakt. Scheepvaart Inspectie en/of Mijnbouw Inspectie zijn verantwoordelijk voor verdere actie tegen de verdachte vervuiler. Directie Noordzee doet een onderzoek naar de zichtbaarheid van lozingen van oliemengsels door schepen. Wanneer de resultaten aangeven dat geen enkele lozing die voldoet aan de voorwaarden onder Annex I van MARPOL 1973/78 een zichtbaar oliespoor op het wateroppervlak kan achterlaten, zal dat in de toekomst de controle mogelijkheden vergroten. Het in gebruik nemen van een geavanceerd scheepsnaam-identificatie systeem kan de efficiency van luchtsurveillance onder slecht zicht omstandigheden verhogen.