’Olieslachtoffers, meer dan tellen alleen’ Jaarlijks worden er langs de Nederlandse kust zo’n 3000 levende met olie besmeurde vogels gevonden. De vogelasielen langs de kust hebben speciale faciliteiten om hulp te kunnen bieden, daarin gesteund door de Stichting Nationaal Comité Zeevogels Olievrij. Bij grote calamiteiten coördineert Vogelbescherming de distributie van olieslachtoffers over de verschillende asielen. In de asielen worden de vogels gewassen, verzorgd, krijgen medicijnen en ongeveer 50% wordt uiteindelijk weer uitgezet. Tengevolge van de olielozing door de Borcea in 1988, kwamen er in totaal 4650 levende olieslachtoffers in de asielen terecht. Uiteindelijk werd hiervan 25% weer uitgezet. Vogelbescherming heeft namens de asielen een gezamenlijke schadeclaim van f 225.000,= via een civiele procedure bij de rechtbank ingediend. Op 15 maart 1991 heeft de rechter Vogelbescherming ontvankelijk verklaard. In de strafzaak werd de kapitein reeds schuldig bevonden en veroordeeld. Een goede registratie van de levende olieslachtoffers is thans nog problematisch Bij calamiteiten zijn vindplaatsen meestal onbekend. Slachtoffers van chronische vervuiling worden door asielen en Vogelbescherming slechts op jaarbasis geregistreerd, hetgeen onvoldoende is voor gebruik in het gegevensbestand van de Nederlandse Zeevogelgroep.