Een geval van zeevogelsterfte in Nederland in de winter van 1988/1989 als gevolg van een lozing van nonylphenol en plantaardige oliën (*) Van december 1988 tot maart 1989 spoelden duizenden zeevogels aan (vooral Zeekoet en Alk), bedekt met een kleverige en olieachtige substantie. Bijna alle ca. 1500 bij asiels afgeleverde vogels stierven. Het Centraal Diergeneeskundig Instituut (CDI) verrichte onderzoek op 30 kadavers. Bloederige ontlasting gedegenereerde en necrotische levers, en aspergillose behoorden tot de algemene ziekteverschijnselen. In monsters van organen werd in 22 van de 54 gevallen nonylphenol aangetoond, terwijl in alle veermonsters (23) nonylphenol zat met een gemiddelde concentratie van 9,676 mg/kg (range 10 tot 80,000 mg/kg). Plantaardige olie, bijv. palmolie werd door TNO in veerresten aangetoond. Zowel nonylphenol als plantaardige oliën zijn lipofiele stoffen die gemakkelijk aan vogelveren hechten en warmteisolatie en waterdichtheid aantasten. Het ziektebeeld van slachtoffers wijst erop dat de giftigheid van nonylphenol sterk heeft bijgedragen aan de sterfte. De lozing kon niet in verband worden gebracht met offshore activiteiten maar is waarschijnlijk afkomstig van een chemicaliën tanker die grondstoffen voor de was- en/of levensmiddelenindustrie vervoerde.

Sula

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Nederlandse Zeevogelgroep

P.E.F. Zoun, A.J. Baars, & R.S. Boshuizen. (1991). A case of seabird mortality in the Netherlands during the winter of 1988/1989 caused by a spillage of Nonylphenol and vegetable oils. Sula, 5(5), 47–48.