De eerste dagen van maart stonden nog in het teken van de landelijke telling van 1993 (weekend 27/28 februari 1993). Hoge dichtheden werden aangetroffen op Ameland (20.9/km JNY, voornamelijk Zwarte Zeeëenden), Friese kust bij Bildtpollen (28.0/km KvD, daaronder veel Scholeksters en slechts één zeker olieslachtoffer) en op Terschelling (14.0/km MFL, hoofdzakelijk Zwarte Zeeëenden). Op Schouwen, Goeree en Voorne werden vele tientallen Zeekoeten gevonden (SH, JAD). Zowel op de Waddeneilanden als in het deltagebied waren veel vogels met oliebesmeurd en op het strand werd veel olie gevonden. De eerste week van maart werden langs de kust bij Den Helder en Den Oever veel dode Zeekoeten met olie en/of paraffine gevonden (RH). Op Texel werd een in nylondraad verstrikte Grote Mantelmeeuw aangetroffen (HW), op de Hondsbossche bleken de vleugels van een Zilvermeeuw door nylon visdraad afgesnoerd te zijn (Wbr). Eind maart strandden talloze zangvogels, zoals gebruikelijk vooral lijsters en spreeuwen. In april werd veel minder gevonden. De meeste tellers rapporteerden oude of zeer oude kadavers (MFL, Wbr). In mei, toen de dichtheden dode vogels zoals gebruikelijk zeer laag waren, werd op de Hondsbossche Zeewering een Scholekster gevonden die in nylondraad was verstrikt (Wbr)