Wederom was er in Noord-Holland (NH) sprake van een dagelijkse bezetting bij de posten Hondsbossche Zeewering (Hbz) en Egmond aan Zee. Enkele tientallen uren werden geteld aan de Waddenkust bij Friesland, op Ameland, Vlieland en Texel. Uit Zuid-Holland (ZH) kwamen de meeste gegevens uit Scheveningen (Schev) en Bloemendaal en enkele uren uit Noordwijk en de Maasvlakte. Sterke trek van duikers in NH vond plaats in de eerste week van maart. In de eerste vier dagen van maart worden bij Hbz in het totaal 1750 ex. naar noord (N) geteld (waaronder 13 Parelduikers op de 3e). De enige goede dag aan de Wadden is 7-2 met 300 ex. naar west (W). Te Ameland worden op 19-3 maar liefst 253 Jan van Genten naar W waargenomen. In NH worden op de dagen hierna ook enkele tientallen ex. gezien. In de tweede en derde week van maart vond de rotganzentrek plaats. Van de 16e tot de 24e passeren enkele duizenden vogels langs NH. Op de 10e werden echter al bijna 11000 vogels bij Bergen aan Zee gezien en 7600 ex. bij Hbz. Andere ganzen, met name Kol- en Brandgans, waren in ZH algemeen gedurende de tweede helft van februari en de eerste helft van maart (dagmaxima van 1262 Kolganzen op 22 feb en 817 Brandganzen op 9 mrt bij Schev). Noordwaartse trek van zwemeenden werd slechts waargenomen gedurende enkele dagen in begin maart en eind april. Beste dag voor de Wintertaling is 27 apr met 1700 ex. te Hbz. Slobeenden doen het goed op de 29e (615 ex. te Egmond). De beste dag in Schev voor de Slobeend was 28 mrt (155 N, 40 Z). Van de Smient worden op slechts één dag meer dan 1000 ex. N genoteerd. Wel vlogen er op 14 feb 1805 ex. Z te Schev. Eiders bleven tot eind februari rijkelijk vertegenwoordigd met enkele duizenden vogels voor de kust van NH. Vanaf eind maart diende een nieuw fenomeen zich aan. Zwarte Zeeëenden verschenen in ongekend grote aantallen in het stuk zee ter hoogte van Hbz. Tot eind april konden dagelijks vele duizenden eenden waargenomen worden. Checks bij Petten en Bergen suggereerden dat de vogels hier niet verbleven. Het grootste aantal werd gehaald op 15 april: liefst 83348 ex. verplaatsten zich naar Z en 14000 ex. naar N. Opgemerkt dient te worden dat het hier steeds ging om verplaatsingen veroorzaakt door verstoring en mogelijk correctievluchten. De ongewoon massale aanwezigheid van de eenden doet vermoeden dat elders (Waddeneilanden) de schelpenbanken zijn uitgeput en de vogels bij Hbz een altemief “bankje” gevonden hadden. Frappant was ook dat na 30 april de vogels zeer plotseling verdwenen waren.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Sula | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Nederlandse Zeevogelgroep |
|
onbekend. (1993). Zeetrektellingen. Sula, 7(2), 76–77. |
|