De meeste informatie is afkomstig van intensieve surveys aan boord van het onderzoeksschip Navicula langs de Nederlandse, Duitse en Deense kust (MFL; figuur 1). Deze tellingen waren vooral gericht op het localiseren van duikers en zeeëenden. Behalve dat tellingen van vogels uitgevoerd werden tijdens deze reis ook bodemmonsters genomen. Aan boord van het visserijonderzoeksschip Tridens werden tellingen in de centrale Noordzee uitgevoerd. De Britse oostkust werd daarbij zelden dicht benaderd en de noordelijke Noordzee werd niet bezocht. Op 11 en 12 maart werden langs de kust van noordelijk Noord-Holland groepen van tientallen Roodkeelduikers op zee gezien, terwijl honderden Rotganzen uit zuidwestelijke richting op de kust aan vlogen. Tussen de Zwarte Zeeëenden (zie boven) zaten ook 3765 Eiders boven een Spisula-bank voor de kust bij de Hondsbossche. In mei werd langs de Waddeneilanden gevaren. Opvallend waren de, in vergelijking met vorig jaar, zeer geringe aantallen Zwarte Zeeëenden. Er zaten alleen vogels bij Schier (1300), Rottum (1200), Juist (14.200), Eiderstedt (850) en Noord-Sylt (20.000). Bij Sylt was ook de Nederlandse schelpdiervisser HA-38 actief, terwijl we een tweede kokkelschip aan de horizon zagen varen...
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Sula | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Nederlandse Zeevogelgroep |
|
onbekend. (1993). Zeevogelwaarnemingen op zee. Sula, 7(2), 78–79. |
|