In de zomer van 1991 voerde de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) een boring uit op het ’Friese Front’, een tot dan toe min of meer anoniem stukje zee op ca. 65 km ten noorden van Texel. Greenpeace protesteerde tegen deze boring, ondermeer door met het actieschip ’Solo’ op de geplande boorlocatie voor anker te gaan. Zeevogelonderzoekers hadden al enige tijd speciale belangstelling voor het Friese Front, waar vanwege de locale hydrografie een bijzondere fauna en flora te vinden is (De Gee et al. 1991), omdat zich hier in de nazomer naar schatting 10.000 Zeekoeten Uria aalge met nog niet vliegvlugge kuikens ophouden (Leopold 1988). Om de argumenten voor en tegen boring in een dergelijk kwetsbaar gebied op een rijtje te krijgen heeft de Nederlandse Zeevogelgroep (NZG) tijdens haar jaarvergadering op 16 mei 1992 een forumdiscussie belegd. Op deze bijeenkomst hebben vertegenwoordigers van NAM (Bopp van Dessel) en Greenpeace (Willem Jan Goossen) door middel van korte presentaties hun mening gegeven over boringen op het Friese Front en hebben ook vertegenwoordigers van het Ministerie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Carla Bisseling) en het Ministerie voor Economische Zaken (Peter van der Ham) de overheidsstandpunten nader toegelicht. Mardik Leopold (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) beschreef de bijzonderheden van het Friese Front, met name in avifaunistisch opzicht. Daarnaast was er tijd voor een discussie onder leiding van Jelle van Dijk (NZG). Dit speciale nummer van SULA is geheel gewijd aan de discussies rondom boringen op het Friese Front. Mardik Leopold (NIOZ) beschrijft de hydrografie, geologie en biologie van het Friese Front. Bopp van Dessel (NAM) heeft een bijdrage verzorgd waarin de argumentatie vóór boringen wordt verstrekt, Willem-Jan Goossen (Greenpeace) beschrijft de redenen waarom Greenpeace mordicus tégen boring was en is. Vertegenwoordigers van NAM en Greenpeace zijn naderhand in de gelegenheid gesteld om commentaar te leveren op eikaars stukken en dit commentaar is hier weergegeven in de vorm van korte bijdragen van Joop Marquenie (NAM) en Willem Jan Goossen. Mardik Leopold tenslotte, vatte de meest interessante delen van de forumdiscussie samen in een afsluitend hoofdstukje met conclusies.