De posten Hondbossche Zeewering (Hbz), Egmond aan Zee en Bloemendaal waren bijna dagelijks bezet. Incidenteler waren tellingen te Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling, Vlieland, Texel, Noordwijk, Scheveningen en de Maasvlakte. Ongetwijfeld de meest spectaculaire dag aan zee van dit najaar was 16 september. Bij de Hbz, Egmond en Bloemendaal werden bij een harde NW-wind en passerende regenfronten zeer grote aantallen zeevogels langs de kust gestuwd. Van de Noordse Stormvogel werden de grootste aantallen ooit vastgesteld; 12 855 bij de Hbz., 14 251 ex. te Egmond en "slechts" 950 bij Bloemendaal. Daarnaast werden flinke aantallen pijlstormvogels, Drieteenmeeuwen en jagers gezien (tabel 1). Op 17 september werden bij de Hbz. 930 en bij Egmond 800 Noordse Stormvogels en 12 respectievelijk 34 Vale Stormvogeltjes genoteerd. Langs Egmond vlogen tevens drie Kleinste, 169 Kleine en 23 Grote Jagers. Het voorkomen van pijlstormvogels en Vale Stormvogeltjes dit najaar was verder beperkt tot enkele exemplaren. Van de Vale Pijlstormvogel werden ditmaal in augustus zeven en in september drie waarnemingen gedaan. Behalve de genoemde aantallen werden slechts kleine aantallen gezien van de Kleine en Grote Jager. De Middelste Jager en Kleinste Jager werden in iets grotere aantallen gezien dan gewoonlijk. In totaal werden 22 Kleinste Jagers gezien, de meeste in augustus en september. Een duidelijke trekgolf van "noordse dieven" vond plaats van 21 tot en met 27 augustus. Ruim 18 000 sterns passeerden de Hbz. toen zuidwaarts. Maar liefst 1670 Grote Sterns werden hier op 23 augustus geteld. Langs Terschelling vlogen op 2 september 4800 "noordse dieven" westwaarts in twee uren. Alkachtigen verschenen regelmatig vanaf half oktober voor de kust. In de laatste dagen van oktober werden enkele honderden "alk/zeekoeten" bij de Hbz. waargenomen. In het totaal acht Kleine Alken werden in september en oktober gemeld.