Het onderzoeksschip RV Tridens werd tijdens drie tochten bemand door vogel waarnemers. Van 19 tot en met 23 september vond een haringlarven-survey plaats langs de oostkust van Engeland, waarna van 24 oktober tot en met 4 november de 'International Bottom Trawl Survey’ werd uitgevoerd op het zuidelijk deel van de Noordzee. Tenslotte bevoer de Tridens van 8 tot en met 24 november ten behoeve van de 'Southern Shelf Survey’ het Kanaal, de Western Approaches en de Keltische Zee. Met bijna 1800 exemplaren was de Noordse Stormvogel in september een van de meest algemene soorten onder de Engelse oostkust. Verder werden tijdens deze week met rustig najaarsweer ruim 500 Jan van Genten, 300 Kleine Mantelmeeuwen en bijna 700 Drieteenmeeuwen geteld. Dat ook de zeekoeien hier nog steeds voedsel konden vinden (in augustus werden er in deze contreien eveneens ruim 8000 genoteerd) bleek uit het waargenomen aantal; meer dan 2200. Het aantal Grote Jagers bleef steken op 25, het aantal Papegaaiduikers op 92. De laatste Visdieven van dit najaar werden op de 20 september gezien.