Veel energie van de NZG is in 1994 gestoken in de produktie van het nieuwe zeetrekboek "Zeetrektellingen in Nederland in de jaren tachtig" (SULA 8 1/2 Special Issue). De NZG ontving voor deze uitgave van zowel het IKC-NBLF (LNV) als van RWS (V&W) een subsidie van ƒ 5250,-. Zonder deze steun was de uitgave niet mogelijk geweest. Door de zeer drukke activiteiten rond het zeetrekboek rolde SULA 8(3) pas laat in het jaar van de persen, en verscheen het laatste nummer pas in het voorjaar van 1995. Op 30 april 1994 werd de Algemene Ledenvergadering 1994 georganiseerd in samenhang met een traditioneel CvZ ’zeetrek-weekend’ op de Hondsbossche Zeewering. Helaas was de belangstelling zeer gering. Omdat de organisatie van speciale activiteiten rond de jaarvergaderingen van de afgelopen jaren niet de verwachte bezoekersaantallen oplevert, is besloten dat deze vergaderingen in het vervolg niet noodzakelijkerwijs aan andere evenementen hoeven te worden gekoppeld. Op 8 oktober 1994 organiseerde de NZG tezamen met de NOU een internationale themadag over het zeevogelonderzoek op open zee. De diverse landen rond de Noordzee hebben hun tellingen op zee in de afgelopen jaren steeds beter georganiseerd en gecoördineerd. Alle gegevens zijn samengebracht in de zogenaamde ’European Seabirds at Sea – Database’. Een indrukwekkende serie lezingen liet zien dat hoe een dergelijke bundeling van krachten tot prima resultaten kan leiden. In de dagen rond de themadag bespraken onderzoekers de verdere samenwerking en uitwerking van gegevens, In december, ontvingen alle leden gratis een atlas van de zeevogels in het Nederlandse deel van de Noordzee "Atlas of seabirds in the Southern North Sea”. In de atlas worden niet alleen alle tellingen vanaf schepen (door onderzoeks-instituten en door NZG leden) samengebracht, maar worden ook de verbanden gelegd met NZG onderzoek aan olieslachtoffers en zeetrek. De atlas was een gezamelijk project van het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO), Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en de NZG, en werd bekostigd door de Directie Noordzee en het Rijksinstituut voor Kust en Zee van het ministerie van V&W. De NZG-bibliotheek van ruilabonnementen en boeken/rapporten werd in 1994 onder gebracht bij de tijdschriften-bibliotheek van de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU) in Amsterdam. Dankzij de medewerking van de NOU is veel belangrijke zeevogel-literatuur nu goed toegankelijk voor alle NZG en NOU leden. Financieel gezien verging het de NZG ook in 1994 goed (zie Balans en Financieel Overzicht). De inkomsten waren ruim ƒ 4000 hoger dan de uitgaven en resulteerden aan het eind van het jaar in een balanstotaal van ruim ƒ 18000, al moeten daarvan nog een aantal rekeningen (o.a. voor SULA) worden voldaan. Het financieel jaarverslag 1994 is op 9 mei 1995 gecontroleerd en in orde bevonden door de kascommissie, bestaande uit Bob Loos en Ico Hoogendoorn. De NZG streeft naar handhaving van de financieel goede positie om grotere projecten zoals het zeetrekboek vooraf uit eigen middelen te kunnen financieren en daarbij ook zekere risico’s te kunnen nemen. Het ledenbestand van de NZG bleef in 1994 stabiel (van 337 naar 335 leden). Gezien het zeer specialistische karakter van de NZG kan dit als een goed niveau worden beschouwd, dat we in de komende jaren zullen proberen te handhaven.