Gedurende deze periode werden er in totaal drie weken waarnemingen verricht aan boord van RV Tridens. Van 3 tot en met 20 juli werd een Haringechosurvey uitgevoerd op de westelijke Noordzee, onder de Schotse en Engelse oostkust. In de toekomst zal getracht worden om de resultaten van de transecttellingen te koppelen aan de echogegevens, om zodoende de vogelverspreiding te kunnen relateren aan de verspreiding van haringachtigen. Op de Noordzee onder de Schotse oostkust konden zoals verwacht veel zeevogels geteld worden. Het aantal Noordse Stormvogels bleef beperkt tot ruim 3900, het aantal Noordse Pijlstormvogels tot exact 50. Van de 117 Stormvogeltjes werd de bulk in het noordelijk deel van de Noordzee opgemerkt. Bij de Jan van Gent viel het aandeel adulte vogels op. Door steeds de vliegrichting te noteren kon achterhaald worden dat het voornamelijk broedvogels van Bass Rock betrof die in de buurt van de Doggersbank foerageerden. In totaal werden ruim 3700 exemplaren genoteerd. Dat jagers zich in deze tijd van het jaar nog voornamelijk rond de kolonies ophouden bleek uit de lage aantallen; 16 Kleine en 59 Grote Jagers. Met bijna 9400 lag het aantal Drieteenmeeuwen veel hoger. Deze soort bleek zich vooral op te houden in een brede band onder de Schotse oostkust, waar ze in gemengde groepen samen met alkachtigen en Zilvermeeuwen (ruim 400), op dichte scholen jonge Zandspiering die zich vlak onder het wateroppervlak ophielden, foura- geerden. Onder 235 waargenomen Noordse Sterns bevonden zich slechts twee juvenielen. Nog niet eerder werd deze soort in deze tijd in een dergelijk aantal geteld. Het betrof vrijwel uitsluitend groepjes vogels die zich veelal zwemmend en soms baltsend ver uit de kust ophielden. In totaal werden 11300 Zeekoeien en 1300 Alken geteld. Bijna 16% van de Zeekoeien en 18% van de Alken waren juvenielen die juist de kolonie hadden verlaten. Vooral in de buurt van de kolonies, dicht onder de kust, werden grote groepen (foeragerende) alkachtigen gezien. Hoewel er in grote delen van het onderzochte gebied Papegaaiduikers voorkwamen, trad er voor de noordoostkust van Yorkshire een duidelijke concentratie op. Van het totaal van 1470 Papegaaiduikers was bijna 10% juveniel. Zeldzame vogelsoorten werden niet gezien en geïnteresseerden moeten zich daarom tevreden stellen met één Brilduiker, 92 postduiven (één der waarnemers meende een rasechte Rotsduif te kunnen onderscheiden) en 21 Gierzwaluwen.