In de loop van het najaar namen de tellingen op het strand zoals gebruikelijk in aantal toe en in november werden alle deelgebieden weer in meer of mindere mate onderzocht. In november werden vijf duikers (2 Roodkeelduikers) en 3 Futen gevonden. Van de in totaal 21 Noordse Stormvogels werden 9 exemplaren in september geregistreerd. Algemene soorten waren de Eidereend (totaal 113, waarvan 81 in november) en de Zilvermeeuw (148, verdeeld over de gehele periode). Een opvallende derde plaats werd echter ingenomen door de Kleine Alk met 35 exemplaren (alle in november). In het vervolg overzicht zal blijken dat ook in december nog flink wat Kleine Alken werden aangetroffen hetgeen, de relatief geringe waarnemingsinspanning in aanmerking nemende, tot een recordaantal gestrande exemplaren heeft geleid in vergelijking met de gegevens die in de jaren 1965-95 werden verzameld. Bijzondere vondsten waren er deze periode niet, of het moeten de 24 Steenlopers zijn die eind september op een stuk van één kilometer aan de Hondsbossche Zeewering werden aangetroffen. Eén Grote Jager, één Dwergmeeuw, één Papegaaiduiker en één Bruinvis waren de 'krenten’ in de pap die ditmaal uit 42 verschillende soorten bestond. Een minderheid van de vogels was met olie besmeurd, twee Jan van Genten waren in een visnet verstrikt geraakt en omgekomen. Informatie van: M. Argeloo, J. Bakker, A. Barnhoorn, J. van Blijswijk, P. Bonnet, F. Booy, C.J. Camphuysen, R. Costers, S. Geelhoed, F. Geldermans, A. Gronert, R. Gronert, N.C. Hoogendoorn, J.N. Unsen, P. Kok, J. van der Laan, G. van Leeuwen, M.F. Leopold, P.L. Meininger, T. Meininger, K. Philippart, L. Stegeman, De Windbreker Natuurorganisatie, C.J.N. Winter