Vanaf eind oktober worden er tijdens zeetrektellingen vanaf de kust in totaal 13 Bruinvissen gezien (NH, Camperduin). Opvallend daarbij was een viertal dieren dat op 2 november gedurende ongeveer 3 kwartier ter plaatse verbleef. Verschillende keren werd gezien dat enkele dieren stil lagen en kennelijk profiteerden van het najaarszonnetje. 'Zonnebaden’ is een gedrag dat bij windstille omstandigheden op zee wel vaker wordt gezien. Het totaal van 7 waarnemingen (13 dieren) in oktober en november is groot in vergelijking tot eerdere jaren. Sinds 1972 werden in de zomeren herfstmaanden (mei-november) in totaal slechts 38 Bruinvissen gezien tijdens zeetrektellingen. Op open zee werden weinig zeezoogdieren gezien. Op 23 augustus werden 26 Bruinvissen gezien, alle dicht bij elkaar in de buurt in de oostelijke Noordzee. Er werden maar weinig dolfijnen gezien, en slechts 3 (Witsnuitdolfijnen, op 12 oktober) konden op soort worden gedetermineerd. Interessent was een waarneming van mogelijk 5 Tuimelaars ter hoogte van Aberdeen op 25 augustus. De afstand tot de dieren was vrij groot, maar het ging om springende, grote en op het oog geheel grijze dolfijnen. Waarnemingen van Tuimelaars in de Noordzee zijn zeldzaam en zelden onomstreden. Het is echter bekend, dat de bekende Tuimelaars van de Moray Firth af en toe uitstapjes de Noordzee in maken, en de waarneming ligt binnen de range van deze dieren. Verder werden op het hydrografische front bij de Engelse oostkust dicht bij elkaar nog 4 Dwergvinvissen gezien op 12 oktober.
Additional Metadata | |
---|---|
Sula | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Nederlandse Zeevogelgroep |
onbekend. (1995). Waarnemingen van zeezoogdieren. Sula, 9(4), 172–172.
|