Sinds 1984 bevindt zich aan de zuidwestkant van Amsterdam bij het verkeersknooppunt ’De Nieuwe Meer’ een kolonie Visdieven Sterna hirundo (Buker & Hartog 1988). Hoewel in de directe omgeving van de kolonie waterrijk is, fourageert een groot deel van de Visdieven op het ten noorden van Amsterdam gelegen IJ en het Markermeer, tot op een afstand van 15 km van de kolonie. Tijdens het transport vanaf deze fourageergebieden naar de kolonie drogen de gevangen vissen nogal uit, afhankelijk van de afgelegde afstand, luchttemperatuur, windsterkte en misschien van de soort vis. Waarschijnlijk is een uitgedroogde prooi voor de kuikens moeilijk in te slikken, aangezien een deel van de vogels bij terugkeer eerst naar een klein plasje ten noorden van kolonie of naar het nabijgelegen Nieuwe Meer vliegt om het visje te bevochtigen. De sterns vliegen dan als een schaarbek over het wateroppervlak en dopen twee tot drie maal het visje in het water. Daarna vliegt de stem naar de kolonie en wordt het visje aan een kuiken gevoerd. The feeding range of Common Terns nesting on a traffic junction, 3 km south of Amsterdam is c. 15km. During the return flight, straight over the city of Amsterdam, back to the colony, the prey will be desiccated. Dried fish may be difficult to swallow for the chicks. Returning adults were seen to dip their prey in a small pond near the colony two to three times before offering the wet fish to their offspring.