De meeste gegevens waren afkomstig van de Hondsbossche Zeewering (Hbz), Den Helder, Ameland, Noordwijk en Bloemendaal. Op 5 en 6 februari vlogen in het totaal 853 duikers -»N bij Hbz. Opvallend waren opvliegende groepen van 360 en 290 duikers bij Ameland op 27 maart en 15 april. Bij Hbz werden op 13 mei 33 Parelduikers geteld. Aardig waren de 27 langszwemmende Kuifduikers op 15 april bij Hbz. Een groep van ruim 70 000 Zwarte Zeeëenden verbleef van februari tot en met 1 april voor de Hbz. Naast de gebruikelijke trek in maart van Wintertaling en Smient (maximaal 2200 Wintertalingen en 6100 Smienten op 29 maart, Hbz) werden er op 10 maart bij Bloemendaal 738 Pijlstaarten genoteerd en bij de Hbz 527. De influx van Witbuikrotganzen deze winter was door de honderden heen en weer vliegende vogels bij de Hbz ook merkbaar aan zee. Van de gewone Rotgans waren er in de tweede helft van maart drie dagen met enkele duizenden exemplaren, maar de beste dag was 8 april met 8300 stuks aan de Hbz en 6200 langs Den Helder. In februari werd tijdens vorst zuidwaartse trek vastgesteld van honderden Scholeksters en Wulpen per dag. In maart passeerden enkele tienduizenden Bonte Strandlopers. De Rosse Grutto deed het maar matig met als beste dag 28 april (3350, Bloemendaal). Goede steltloperdagen waren verder 7 mei (2200 Kanoeten en 750 Zilverplevieren, Hbz), 11 mei (2200 Zilverplevieren en 4400 Kanoeten, Hbz) en 12 mei (3400 Zilverplevieren en 3800 Kanoeten, Hbz). Opvallende afwezige dit voorjaar was de Dwergmeeuw. Voor het eerst sinds jaren werd een dagtotaal van 1000 niet behaald. Op 4 mei werden 5480 Noordse Sterns geteld bij de Hbz; een nieuw record! Uitzonderlijk was de verschijning van 200 Alk/Zeekoeten op 24 april aan de Hbz. Informatie van: F. Cottaar, G. van Duin, J. van Dijk, K.J. Eigenhuis, S. Geelhoed, F. Geldermans, D. Groenendijk, G.J. de Haan, N. van der Ham, N.C. Hoogendoorn, F.J. Maas, F. Parmentier, C. Rebel, M. Platteeuw, R. Sluys, L. Stegeman, H. Verkade, R. Westerduyn, B. Winters, J.N. Ynsen.