Little Auks observed during systematic seawatches at Disko Island, West Greenland (69°24’N, 54°I7’W) in summer 1982 under continuous daylight, demonstrated a distinct diurnal rhythm. During mid-day, Little Auks were not seen, whereas most were recorded during the second half of the night (Fig. 1). The nearest substantial breeding colonies are situated c. 350 km north of the observation site and numbers recorded were too large to possibly originate from the small local colonies. Another plankton consumer, the Northern Fulmar (breeding around the observation site), also showed a diurnal rhythm, but quite the opposite of that found in Little Auks. Tijdens zeetrektellingen in de zomer van 1982 aan de zuidwestkust van Disko Eiland in het westen van Groenland (69°24’N, 54°17’W) werden Kleine Alken Alle alle geteld. Hierbij werd getracht de waamemingsuren zo gelijkmatig mogelijk over de daglichtperiode te verdelen (Camphuysen 1989). Tot en met 3 augustus kon ook inderdaad elk uur geteld worden vanwege het voortdurende daglicht. Daarna, totdat de waarnemingen op 18 augustus werden gestaakt, nam de periode van duisternis ’s nachts van dag tot dag snel toe. De Kleine Alk Alle alle is in dit deel van Groenland een schaarse broedvogel, waarvan in Disko Bukta alleen enkele kolonies in een ordegrootte van 10-50 paren bekend zijn (Salomonsen 1950, Boertmann 1994). Rond de telpost, gesitueerd bij Naujarssuit nüat (Blatjaeld massief), broedt de Kleine Alk niet. In totaal werd van 30 juni tot en met 18 augustus gedurende 407 uren zeetrekwaamemingen verricht, waarbij 1145 Kleine Alken werden opgemerkt. In vrijwel alle gevallen ging het om groepjes vogels (89% van de waarnemingen, n= 125); solitaire Kleine Alken waren schaars (11%). De grootste waargenomen groep bestond uit 45 exemplaren. Alleen in de eerste helft van juli werden flinke aantallen (totaal 928 exemplaren) geregistreerd, daarna ging het vooral om incidentele, zuidwaarts passerende groepjes. In de periode waarin het 24 uur per dag licht was, van 30 juni tot en met 3 augustus, werden in 312 waamemingsuren 1091 Kleine Alken geregistreerd. Opvallend was daarbij dat veruit de grootste aantallen ’s nachts, en dan vooral in de tweede helft van de nacht werden waargenomen, terwijl de soort midden overdag volkomen ontbrak (figuur 1).