Besprekingen

Weinig recente ornithologische uitgaven hebben wereldwijd een zo onverdeeld gunstige pers gekregen als dit handboek. Vrijwel iedereen stond aanvankelijk sceptisch tegenover het idee om een handboek van alle vogels van de wereld uit te geven. Te groot’, ’te ambitieus’, ’te duur’, 'niet alweer een handboek’ en 'toch pas af als ik dood ben’ waren veelgehoorde argumenten om niet tot voorinteking over te gaan. Toch droeg de bijtijds door Lynx Edicions verspreide folder op zijn minst bij tot een latente nieuwsgierigheid. De net leesbare lettertjes bij de plaat van genten en boebies gaven een tekst te zien die indrukwekkend up to date genoemd mocht worden, de geselecteerde literatuur gaf een uitstekende ingang tot de groep. Maar hoe zou zo’n enorme onderneming vanuit Spanje, in ornithologisch opzicht een ontwikkelingsland, tot een goed einde kunnen worden gebracht? De hoge kwaliteit van het eerste deel kwam dan ook als een donderslag bij heldere hemel. De kan me het gevoel nog precies voor de geest halen toen ik het eerste deel, een kloek boekwerk, besteld op grond van een foldertje, uit zijn doos haalde. Een letterlijk verpletterende indruk maakte dit boek. Prachtig uitgegeven, schitterende foto’s, zeer leesbare en informatieve inleidende hoofdstukken bij elke groep vogels en een prachtig, goed bijgewerkt overzicht van taxonomie, verspreiding, status en trek van talloze (immers alle) soorten vogels en een uitstekende ingang in de literatuur. Inmiddels is deel 3 verschenen en daarmee zijn de zeevogels compleet. Opnieuw werden de sinds het eerste deel hooggespannen verwachtingen waargemaakt. In deel 1 werd de tekst nog geschreven door 10 min of meer onbekende auteurs, aan deel 3 hebben 33, meest gerenommeerde schrijvers bijgedragen. De jagers werden behandeld door Bob Furness, de meeuwen en sterns door Joanna Burger en Michael Gochfeld, de alkachtigen door David Nettleship. Het grootste deel van de steltlopers (Charadriidae en Scolopacidae) werd geschreven door Jan van Gils, Theunis Piersma en Popko Wiersma. Er is weinig noodzaak om de uitgave nog verder te roemen, want dat is in alle toonaarden in vrijwel alle ornithologische tijdschriften al voldoende gebeurd. Het gilde van zeevogelaars is ’klaar’ met de aanschaf van de delen 1 en 3. De plaat van de jagers (I. Lewington) is de mooiste en meest accurate weergave die ik ooit van deze groep heb gezien. Ook over de de platen van de meeuwen, van dezelfde schilder, eigenlijk niets dan lof. De sterns, van I. Willis, vallen hierbij vergeleken wat tegen, maar de alkachtigen (C. Rosé) zijn weer prachtig. Vooral David Nettleship heeft goed zijn best gedaan om uitgebreide soortbesprekingen af te leveren. De inspirerende inleidende teksten bij de verschillende families zijn opnieuw van hoge kwaliteit en staan nog borg voor vele avonden leeswerk.