Op 20 februari 1986 werd op de vinkenbaan in Castricum een volwassen Grote Mantelmeeuw Larus marinus gevangen. Het dier was zwaar met olie besmeurd, maar kon ondanks zijn slechte conditie nog wel vliegen. De gehele onderzijde van de meeuw zat onder de olie; van keel tot staart en zelfs de okselveren. De meeuw werd desondanks geringd. Bijna twee jaar later, op 16 januari 1988, werd dezelfde meeuw geschoten op Helgoland. Van stookolie werd bij de terugmelding niet gerept. De precieze ringgegevens van deze mantelmeeuw. Het geval toont aan dat zelfs zwaar met olie besmeurde vogels, kennelijk op eigen kracht, kunnen overleven. A heavily oiled adult Great Black-backed Gull was ringed and released untreated on 20 February 1986 in Castricum (Noord-Holland). The same bird, apparently unoiled, was shot two years later on Helgoland (German Bight). This case is one of few illustrations of the survival, without treatment, of heavily oiled seabirds.