During the frequent crossings of the Greenland Sea in the 1980s, sailing from Iceland past Jan Mayen to Spitsbergen, small numbers of large cetaceans have been observed, including Fin Whale Balaenoptera physalus, Sei Whale B. borealis. Humpback Whale Megaptera novaeangliae. and Sperm Whale Physeter macrocephalus. One of the more abundant offshore species was the Bottlenosed Whale Hyperoodon ampullatus and close to the coast were frequent sightings of the Minke Whale Balaenoptera acutorostrata. In June 1998, the Greenland Sea was again visited, now sailing from Mykines in the Fceroe Islands past Jan Mayen to Spitsbergen. On the south leg of this trip, between the Fceroe Islands and Jan Mayen, spectacular numbers of Fin Whales and Bottlenosed Whales were seen and three Humpback Whales. Lunge feeding Fin Whales and bubble-netting Humpback Whales were observed at dose range. A sighting of the rare Blue Whale Balaenoptera musculus was the first since Plancius Foundation and Ocean Wide Expeditions started their regular visits to these parts of the North Atlantic in the early 1980s. On the northeast leg of the trip, between Jan Mayen and Spitsbergen, smaller numbers of cetaceans were observed, but Hooded Seals and Harp Seals were locally common. Tijdens de oversteek van de Faeroer Eilanden naar Jan Mayen en tijdens het vervolg, van Jan Mayen naar West-Spitsbergen, werden tijdens de wildlife cruise aan boord van het Russische schip Professor Molchanov systematische tellingen uitgevoerd van zeevogels en zeezoogdieren. De reis was onderdeel van het 'noordelijke programma', zoals dat door de Stichting Plancius en later door haar partner Ocean Wide Expeditions al sinds het begin van de jaren tachtig elk jaar wordt uitgevoerd. Het schip vertrok op 12 juni 1998, tegen de avond, van het eiland Mykines aan de westzijde van de Fasroer groep en arriveerde op 14 juni in de loop van de middag op Jan Mayen. In de namiddag van 16 juni werd Jan Mayen vervolgens weer verlaten, om in de nacht van 17 op 18 juni Isfjorden aan de westkust van Spitsbergen binnen te lopen. Tijdens de oversteek stond het weer in het teken van een enorm hoge drukgebied, zich uitstrekkend van het midden van Groenland tot Nova Zembla. Het resultaat was zeer rustig en voornamelijk droog weer en een overwegend gladde zee. De pakijsrand was steeds op zeer grote afstand (tenminste 150 km verder naar het noordoosten).